Makkumer Belboei Uit de weekend bijlage van de NRC van 8 en 9 januari 2022

Uit de weekend bijlage van de NRC van 8 en 9 januari 2022

Redactie

ACHT MENSCHCN VERDRONKEN.

Het houten dek schip De Hoop schipper G. Dinkla van Tenpost, is op een, half uur afstand van de Lemmer gezonken. Alleen de schipper is door de salonboot Heerenveen gered. De, vrouw, zes kinderen en de loods De Vries van Kampen, zijn verdronken. Het oudste kind was tien jaar.

 

links het artikel uit de Volksvriend, rechts de Salonboot ‘de Heerenveen’, Foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. rechtsonder de kop van het artikel uit de genoemde NRClinks het artikel uit de Volksvriend, rechts de Salonboot ‘de Heerenveen’, Foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. rechtsonder de kop van het artikel uit de genoemde NRC

 

De volledige tekst van het artikel uit de Volksvriend. 

ACHT MENSCHCN VERDRONKEN. Het houten dek schip De Hoop schipper G. Dinkla van Tenpost, is op een, half uur afstand van de Lemmer gezonken. Alleen de schipper is door de salonboot Heerenveen gered. De, vrouw, zes kinderen en de loods De Vries van Kampen, zijn verdronken. Het oudste kind was tien jaar. Het scheepje was met zand en grind gevuld en was zeer waarschijnlijk niet meer zee waardig. In een ogenblik ging het schip naar de diepte. Schipper Dinkla had verkeerden wind, zoodat de zee op zij van het scheepje stond.  Een rukwind sloeg de roef, waarin de vrouw en de kinderen, overboord. De schipper kwam nabij het bootje, dat achter het schip voer terecht, en greep zich aan het touw vast. In dezen toestand zag hij zijn vrouw en zijn zes kinderen een voor een door den rukwind overboord werpen en naar de diepte zinken. Eenige schippers ontdekten het gevaar en wierpen den loods, De Vries, nog een lijn toe. De Vries, die zich zwemmende boven water had gehouden, greep uitgeput van vermoeienis de lijn. Een riep hem nog toe vol te houden, doch volkomen uitgeput riep hij terug: Ik laat maar los, Ik kan het niet meer houden. Toen zonk het achtste slachtoffer naar de diepte. Dinkla zelf werd tenslotte door de Heerenveen opgepikt, Hij verklaarde, dat er niet eens tijd was om de nood vlag te hijschen. Dinkia behoort tot de armste der shippers en hij moest zelfs in den afgeloopen winter bedeeld worden. Thans  is de ongelukkige zijn vrouw, zijn kinderen, zijn schip. Ja alles kwijt. Men zag hem wezenloos met den kantonrechter door de straten van het stille stadje loopen.

 

 

Dit bericht verscheen in de Volksvriend op donderdag 13 mei 1909. Het artikel doet verslag van de noodlottige reis van vrachtschip “De Hoop” dat vergaat op het IJsselmeer. De NRC besteedt in de weekend bijlage van 8-9 januari 2022 uitgebreid aandacht aan deze ramp en het artikel is zeer zeker de moeite waard om te lezen. De Volksvriend was overigens een krant die verscheen in en rond Orange City in de staat IOWA. Het vergaan van “De Hoop” vond plaats op 20 april 1909. Het was dus zeker groot nieuws.

Voor ons van de Makkumer Belboei is het interessant omdat Sjirrie Poepjes uit Makkum in dit artikel wordt genoemd. 

Uit het artikel in de NRC geschreven door Ivo van Woerden.

Geert Dinkla loopt over de Leeg, een straatje in de haven van Lemmer, en stopt bij het huis van visser Fimme Bootsma. In zijn hand heeft hij twee rijksdaalders.........

In de ochtend van 12 mei 1909, meer dan drie weken nadat De Hoop zonk, is Bootsma in de buurt van de rampplek gaan vissen. Enkele dagen daarvoor waren medewerkers van de Rijksopnemingsdienst met stoomboot De Raaf ter plaatse geweest om een wrakpeiling te doen en er een blauwe vlag te plaatsen, zodat andere schippers niet tegen het wrak van De Hoop op zouden varen. Mogelijk is het lichaam van Willem Jakob Dinkla daardoor losgekomen.

Bootsma haalde het lijfje van de vijfjarige uit het water en bracht de jongen terug naar Lemmer, naar zijn vader.

Als Dinkla hem de muntstukken wil overhandigen, hij had van de Koningin en uit een inzameling geld gekregen en had aangekondigd dat iedereen die één van de acht vermiste lichamen terug kon brengen 5 gulden zou krijgen, zegt Bootsma: ”Dat doen we maar niet.” De visser is na de komst van Dinkla zo ontzet, door die diepbedroefde man, het willen betalen voor het vinden van het overschot van een van zijn kinderen, dat hij ervan moet overgeven.

 

In de familie Bootsma wordt het verhaal over ‘de berntsjes van Dinkela’ (de kindertjes van Dinkla) van generatie op generatie doorgegeven, zodat Bootsma’s afstammeling Sjirrie Poepjes (74) het meer dan honderd jaar later in haar huis in het Friese Makkum kan navertellen. Ik vind die Dinkla zo sterk dat hij dit ondanks dat enorme verdriet zelf wilde afhandelen”, zegt ze. „Maar ik ben er ook trots op dat mijn opa dat geld toen niet heeft aangenomen.”

 

.