Súdwest-Fryslân bouwt volop, en wil versnellen
Súdwest-Fryslân
Súdwest-Fryslân maakt serieus werk van woningbouw. Alleen al in de afgelopen twaalf maanden (periode november 2020-oktober 2021) kwamen er in de gemeente 350 wooneenheden bij. Sneek en Bolsward voeren de lijst aan, met een groei van respectievelijk 183 en 41 wooneenheden, maar ook in ruim dertig andere kernen werd nieuwbouw opgeleverd. Van Koudum (45) en Oudega (14) tot Reahûs, Warns, Wiuwert en Wons (alle 2).
Ook groei in 2020
“De toename staat niet op zichzelf”, zegt Mark de Man, wethouder ‘wonen’. “Ook in 2020 zagen we al dat er ruim 400 nieuwe wooneenheden in gebruik werden genomen, verdeeld over dertig kernen.” Sneek is het meest in trek, maar ook Makkum, Oudega, Workum, Wommels, Schettens, Offingawier, Heeg en Stavoren kregen hun deel.
Goede afspraken
“Daarnaast hebben we voor de periode tot en met 2030 goede afspraken met de provincie gemaakt.” Zodoende krijgt de groei de komende jaren een passend vervolg. Bij de jaarlijkse vaststelling van het gemeentelijk woningprogramma, deze week, programmeerde het college 425 woningen extra. Ook hier is Sneek koploper, maar ook kernen als Woudsend, Koudum, Witmarsum en Scharnegoutum zijn ‘opgeplust’.
‘Nog meer’
Deze 425 wooneenheden komen bovenop de plannen die er al waren voor de periode tot 2030. “En er zit nog meer aan te komen”, zegt De Man. “We verwachten zelf, als gemeente, in 2022 nog ten minste 130 wooneenheden extra te programmeren.” Hij noemt plannen in Oosthem (Ald Rien), Scharnegoutum (Noord), Heeg (Tjerkesleat) en Workum (Thomashof 2). De plannen die in 2022 door externe partijen worden ingediend zijn dan nog niet meegeteld.
Uitdaging
“In absolute aantallen doen we het gewoon goed, maar niet alle doelgroepen worden even goed bediend. Daar zit onze uitdaging.” De Man doelt op de bouw van sociale huurwoningen, betaalbare starterswoningen en zorg- en seniorenwoningen. “Die blijft achter, zo eerlijk moet je zijn. College en gemeenteraad zijn eensgezind dat voor deze doelgroepen versnelling nodig is.” Tegelijkertijd wil de wethouder geen verwachtingen wekken of beloftes doen die hij niet kan nakomen.
Woningkrapte
“Op korte termijn informeren wij de gemeenteraad over welke wettelijke instrumenten er zijn om de woningkrapte te bestrijden”, zegt De Man. “Zo kunnen we laten zien wat er kan, wat we al doen, en wat er niet mag.”
Misverstand. Want het is een misverstand te menen dat een gemeente de alles bepalende regisseur kan spelen. “Samen met huurdersverenigingen en woningcorporaties zijn we voortdurend in gesprek en in overleg, maar we kunnen de corporaties geen aantallen sociale huurwoningen opleggen.” Een andere ontwikkeling waarop een gemeente geen invloed heeft is de huidige prijsstijging van bouwmaterialen. “Evenmin kunnen we iets doen aan de hoogte van de rentestand en andere regels die hypotheekverstrekkers hanteren.”
Naar aard en schaal. En dan is er de uitdaging die bouwen in kleine kernen met zich meebrengt. “In Súdwest-Fryslân hebben we met elkaar afgesproken dat we geen enkel dorp op slot zetten”, zegt De Man. “Maar we kijken wel naar aard en schaal. Anders gezegd: een plan moet passend zijn bij de vraag en een kwalitatieve toevoeging zijn.”
Herbestemmen. Hij wijst er op dat er diverse praktijkvoorbeelden zijn van dorpen die zich uitgedaagd voelen en met vernieuwende toekomstbestendige woonplannen komen. “Bijvoorbeeld in een voormalige school of een kerkgebouw. Herbestemmen van leegstaande panden voorkomt verpaupering én is een mooie manier om de leefbaarheid van een kern te verbeteren.”